IS-LM-Model: De Interactie tussen Goederenmarkt en Geldmarkt

Het IS-LM-model toont de interactie tussen de goederenmarkt en de geldmarkt, cruciaal voor economisch beleid en macro-economische analyse.
Het IS-LM-model toont de interactie tussen de goederenmarkt en de geldmarkt, cruciaal voor economisch beleid en macro-economische analyse.

Het IS-LM-model is een belangrijk economisch instrument dat helpt bij het begrijpen van de wisselwerking tussen de goederenmarkt en de geldmarkt. In dit artikel zullen we diepgaand ingaan op het IS-LM-model, hoe het werkt, en wat de implicaties zijn voor economisch beleid.

Wat is het IS-LM-model?

Het IS-LM-model, dat staat voor “Investment-Savings” (IS) en “Liquidity Preference-Money Supply” (LM), is een economisch model dat de relatie beschrijft tussen de rentevoet en het nationaal inkomen. Het model werd ontwikkeld door de econoom John Hicks in 1937, gebaseerd op de ideeën van John Maynard Keynes.

De componenten van het IS-LM-model

Het IS-LM-model bestaat uit twee hoofdelementen:

  1. De IS-curve: Deze curve geeft de combinaties van rentevoeten en nationaal inkomen weer waarbij de goederenmarkt in evenwicht is. De goederenmarkt is in evenwicht wanneer de totale vraag naar goederen gelijk is aan de totale productie van goederen. De IS-curve heeft doorgaans een dalend verloop, wat betekent dat een lagere rentevoet leidt tot een hoger nationaal inkomen, omdat lagere rentevoeten investeringen stimuleren.
  2. De LM-curve: Deze curve toont de combinaties van rentevoeten en nationaal inkomen waarbij de geldmarkt in evenwicht is. De geldmarkt is in evenwicht wanneer de vraag naar geld gelijk is aan het aanbod van geld. De LM-curve heeft meestal een stijgend verloop, wat aangeeft dat een hoger nationaal inkomen leidt tot een hogere rentevoet, omdat een hogere productie en inkomen de vraag naar geld verhogen.

Hoe werkt het IS-LM-model?

Het IS-LM-model toont het evenwicht op zowel de goederenmarkt als de geldmarkt door de interactie van de IS- en LM-curves. Het snijpunt van deze twee curves bepaalt de evenwichtsrente en het evenwichtsniveau van het nationaal inkomen. Dit model is cruciaal voor het analyseren van het effect van verschillende economische beleidsmaatregelen, zoals fiscale en monetaire beleidsmaatregelen.

De IS-curve: evenwicht op de goederenmarkt

Definitie en belang

De IS-curve vertegenwoordigt het evenwicht op de goederenmarkt. Dit evenwicht ontstaat wanneer de totale vraag naar goederen gelijk is aan het aanbod van goederen. De totale vraag bestaat uit consumptie, investeringen, overheidsuitgaven, en netto-export.

Factoren die de IS-curve beïnvloeden

  1. Consumentenvertrouwen: Een stijging in het consumentenvertrouwen leidt tot hogere consumptie, wat de IS-curve naar rechts verschuift, resulterend in een hoger nationaal inkomen bij elke gegeven rentevoet.
  2. Overheidsuitgaven: Verhogingen in overheidsuitgaven verschuiven de IS-curve naar rechts, terwijl bezuinigingen de curve naar links verschuiven.
  3. Belastingen: Hogere belastingen verminderen de consumptie en investeringen, wat de IS-curve naar links verschuift. Lagere belastingen hebben het tegenovergestelde effect.
  4. Investeringsklimaat: Veranderingen in het investeringsklimaat, zoals technologische vooruitgang of veranderingen in bedrijfsvertrouwen, kunnen de IS-curve ook beïnvloeden.

Wiskundige weergave van de IS-curve

De IS-curve kan wiskundig worden weergegeven met de volgende vergelijking:

Y=C(Y−T)+I(r)+G+(X−M) 

Waarbij:

  • YY het nationaal inkomen is
  • CC de consumptie is
  • TT de belastingen zijn
  • II de investeringen zijn
  • r de rentevoet is
  • GG de overheidsuitgaven zijn
  • X  de export is
  • M  de import is

Voorbeeld van de IS-curve

Stel dat de overheid de belastingen verlaagt. Dit verhoogt het besteedbare inkomen van huishoudens, wat leidt tot hogere consumptie. Hierdoor verschuift de IS-curve naar rechts, wat een hoger nationaal inkomen bij elke gegeven rentevoet aangeeft.

De LM-curve: evenwicht op de geldmarkt

Definitie en belang

De LM-curve vertegenwoordigt het evenwicht op de geldmarkt, waar de vraag naar geld gelijk is aan het aanbod van geld. De vraag naar geld wordt voornamelijk bepaald door het nationaal inkomen en de rentevoet. Hoe hoger het inkomen, hoe meer geld mensen willen aanhouden voor transacties. De rentevoet beïnvloedt de vraag naar geld omdat hogere rentevoeten de opportuniteitskosten van het aanhouden van geld verhogen.

Factoren die de LM-curve beïnvloeden

  1. Geldvoorraad: Een toename van de geldvoorraad verschuift de LM-curve naar rechts, wat een lager evenwichtsniveau van de rentevoet bij elk gegeven nationaal inkomen impliceert.
  2. Geldvraag: Veranderingen in de vraag naar geld, veroorzaakt door bijvoorbeeld veranderingen in betalingsgewoonten of technologische vooruitgang, kunnen de LM-curve ook verschuiven.
  3. Monetaire beleidsmaatregelen: Centrale banken kunnen de geldvoorraad beïnvloeden via monetaire beleidsmaatregelen zoals het verlagen van de rente of het kopen van staatsobligaties.

Wiskundige weergave van de LM-curve

De LM-curve kan worden weergegeven door de volgende vergelijking:

M/P=L(Y,r) 

Waarbij:

  • de nominale geldvoorraad is
  • het prijsniveau is
  • de vraag naar geld is, die afhankelijk is van het nationaal inkomen YY en de rentevoet

Voorbeeld van de LM-curve

Stel dat de centrale bank besluit de geldvoorraad te verhogen door staatsobligaties op te kopen. Dit verhoogt het aanbod van geld, waardoor de LM-curve naar rechts verschuift. Het resultaat is een lagere rentevoet bij elk gegeven niveau van het nationaal inkomen.

Interactie tussen de IS- en LM-curves

Het evenwichtspunt

Het snijpunt van de IS- en LM-curves bepaalt het macro-economische evenwicht in de economie, dat wil zeggen de combinatie van rentevoet en nationaal inkomen waarbij zowel de goederenmarkt als de geldmarkt in evenwicht zijn. Dit punt geeft inzicht in de gecombineerde effecten van vraag en aanbod in zowel de goederen- als de geldmarkt.

Invloed van fiscaal beleid

Fiscaal beleid, zoals veranderingen in overheidsuitgaven of belastingheffing, beïnvloedt de positie van de IS-curve. Bijvoorbeeld, een toename in overheidsuitgaven verschuift de IS-curve naar rechts, wat leidt tot een hoger nationaal inkomen en een hogere rentevoet bij een gegeven geldvoorraad.

Invloed van monetair beleid

Monetair beleid beïnvloedt de positie van de LM-curve. Een expansief monetair beleid, zoals het verlagen van de rente of het vergroten van de geldvoorraad, verschuift de LM-curve naar rechts. Dit resulteert in een lager evenwicht van de rentevoet en een hoger nationaal inkomen bij een gegeven niveau van de goederenmarkt.

Het effect van beleidscombinaties

Het IS-LM-model helpt ook bij het begrijpen van de effecten van beleidscombinaties. Bijvoorbeeld, een combinatie van expansief fiscaal beleid (zoals belastingverlagingen) en expansief monetair beleid (zoals renteverlagingen) kan een aanzienlijke stijging in het nationaal inkomen teweegbrengen zonder dat de rentevoet sterk stijgt.

Grafische voorstelling

In een grafische voorstelling van het IS-LM-model wordt de rentevoet op de verticale as uitgezet en het nationaal inkomen op de horizontale as. De IS-curve loopt van linksboven naar rechtsonder, terwijl de LM-curve van linksonder naar rechtsboven loopt. Het snijpunt van deze twee curves geeft het macro-economische evenwicht aan.

Dynamische aanpassingen

Het IS-LM-model kan ook worden gebruikt om dynamische aanpassingen in de economie te analyseren. Veranderingen in economische omstandigheden of beleid leiden tot verschuivingen in de IS- en/of LM-curves, wat resulteert in een nieuw evenwichtspunt. Deze dynamische analyse helpt economen en beleidsmakers te begrijpen hoe de economie zich aanpast aan verschillende schokken en beleidsveranderingen.

Het IS-LM-model en macro-economische beleid

Fiscaal beleid en de IS-curve

Fiscaal beleid omvat overheidsmaatregelen met betrekking tot belastingheffing en overheidsuitgaven. Deze maatregelen hebben directe gevolgen voor de IS-curve.

Belastingverlagingen

Een belastingverlaging verhoogt het besteedbare inkomen van huishoudens, wat de consumptie stimuleert. Dit leidt tot een toename van de totale vraag, waardoor de IS-curve naar rechts verschuift. Het nieuwe evenwichtspunt zal bij een hoger nationaal inkomen en een hogere rentevoet liggen.

Overheidsuitgaven

Verhogingen in overheidsuitgaven hebben een vergelijkbaar effect als belastingverlagingen. Ze verhogen de totale vraag, verschuiven de IS-curve naar rechts en verhogen zowel het nationaal inkomen als de rentevoet in het nieuwe evenwicht. Omgekeerd zullen bezuinigingen de IS-curve naar links verschuiven.

Monetair beleid en de LM-curve

Monetair beleid wordt uitgevoerd door de centrale bank en betreft de regulering van de geldvoorraad en rentevoeten.

Verhoging van de geldvoorraad

Wanneer de centrale bank besluit de geldvoorraad te verhogen, verschuift de LM-curve naar rechts. Dit zorgt voor een lager evenwichtsniveau van de rentevoet en een hoger nationaal inkomen. Een expansief monetair beleid is vaak gericht op het stimuleren van economische groei en het verminderen van werkloosheid.

Renteverlagingen

Een verlaging van de rentevoet door de centrale bank maakt lenen goedkoper, wat investeringen stimuleert. Dit verschuift de LM-curve naar rechts, wat leidt tot een lager evenwichtsniveau van de rentevoet en een hoger nationaal inkomen.

Combinaties van fiscaal en monetair beleid

Het IS-LM-model is bijzonder nuttig voor het analyseren van de gecombineerde effecten van fiscaal en monetair beleid. Deze beleidscombinaties kunnen gebruikt worden om specifieke economische doelen te bereiken, zoals het bestrijden van inflatie of het bevorderen van economische groei.

Expansief fiscaal en monetair beleid

Een combinatie van expansief fiscaal beleid (zoals belastingverlagingen en verhoogde overheidsuitgaven) en expansief monetair beleid (zoals het verhogen van de geldvoorraad en verlagen van de rentevoet) kan de economie krachtig stimuleren. Dit leidt tot een aanzienlijke toename van het nationaal inkomen met een gematigde stijging van de rentevoet.

Restrictief fiscaal en monetair beleid

Omgekeerd kan een combinatie van restrictief fiscaal beleid (zoals belastingverhogingen en bezuinigingen) en restrictief monetair beleid (zoals het verlagen van de geldvoorraad en verhogen van de rentevoet) worden gebruikt om oververhitting van de economie en inflatie tegen te gaan. Dit leidt tot een afname van het nationaal inkomen en een stijging van de rentevoet.

Voorbeeldscenario’s

Scenario 1: stimuleren van de economie

Stel dat een land te maken heeft met hoge werkloosheid en trage economische groei. De regering besluit een expansief fiscaal beleid in te voeren door belastingen te verlagen en overheidsuitgaven te verhogen. Tegelijkertijd voert de centrale bank een expansief monetair beleid door de rente te verlagen en de geldvoorraad te vergroten. Het resultaat is een verschuiving van de IS-curve naar rechts en de LM-curve naar rechts, wat leidt tot een hoger nationaal inkomen en een gematigde stijging van de rentevoet.

Scenario 2: beheersen van inflatie

In een situatie van hoge inflatie besluit de regering belastingverhogingen en bezuinigingen door te voeren (restrictief fiscaal beleid), terwijl de centrale bank de rente verhoogt en de geldvoorraad verkleint (restrictief monetair beleid). Dit verschuift de IS-curve naar links en de LM-curve naar links, wat resulteert in een lager nationaal inkomen en een hogere rentevoet, waardoor de inflatiedruk wordt verminderd.

Conclusie en bronnen

Samenvatting

Het IS-LM-model is een krachtig hulpmiddel in de macro-economie dat inzicht biedt in de interactie tussen de goederenmarkt en de geldmarkt. Door het combineren van de IS- en LM-curves kunnen economen en beleidsmakers de effecten van verschillende beleidsmaatregelen analyseren en begrijpen hoe de economie reageert op veranderingen in fiscaal en monetair beleid. Het model toont de cruciale balans tussen rentevoeten en nationaal inkomen en helpt bij het formuleren van effectieve strategieën voor economische stabiliteit en groei.

Bronnen

  1. Hicks, J. R. (1937). “Mr. Keynes and the ‘Classics’; A Suggested Interpretation.” Econometrica.
  2. Mankiw, N. G. (2010). “Macroeconomics.” Worth Publishers.
  3. Blanchard, O. (2017). “Macroeconomics.” Pearson.
  4. Dornbusch, R., Fischer, S., & Startz, R. (2014). “Macroeconomics.” McGraw-Hill Education.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in